U bouwt meestal geen pensioen op over de belastingvrije vergoeding van de 30%-regeling.
U bouwt wél pensioen op als:
- uw pensioentoezegging (inclusief de vrije vergoeding) op 1 juli 2002 al bestond
U bouwt pensioen op tijdens de hele looptijd van de 30%-regeling, inclusief eventuele verlenging. U kunt er geen pensioen meer over opbouwen als u van werkgever verandert.
- u gebruik kunt maken van een algemene regeling voor de tijdelijke ruil van beloningsbestanddelen.
De voorwaarden van de 30%-regeling
Werkgevers mogen aan een werknemer uit het buitenland een onbelaste kostenvergoeding geven als tegemoetkoming voor de extra kosten die hij moet maken omdat hij in Nederland moet gaan wonen. Om onder deze 30%-regeling te vallen, moet de expat wel in het bezit zijn van een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt moeilijk verkrijgbaar is. De werkgever moet bovendien een beschikking hebben van de Belastingdienst waarin toepassing van de regeling wordt toegestaan.
In dat geval mag de werkgever maximaal vijf jaar lang 30% van het loon inclusief de vergoeding – wat neerkomt op 30/70 van het loon exclusief de vergoeding – zonder verder bewijs als onbelaste vergoeding of verstrekking voor de extraterritoriale kosten geven.
Maximale looptijd per 1 januari 2019 verkort van acht naar vijf jaar.
Met ingang van 2019 kan de 30%-regeling voor een ingekomen werknemer niet meer acht jaar worden toegepast. De maximale looptijd is verkort naar vijf jaar.
Voor bestaande gebruikers van de regeling is overgangsrecht van toepassing:
- Ligt de einddatum op de beschikking in 2019 of 2020, dan blijft hij onveranderd.
- Ligt de einddatum in 2021, 2022 of 2023, dan wordt de nieuwe einddatum 31 december 2020.
- Ligt de einddatum in 2014 of later, dan worden er drie kalenderjaren van de einddatum op de beschikking afgetrokken.
Salarisgrens 30%-regeling jaarlijks bijgesteld
Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling, moet de werknemer die vanuit het buitenland in Nederland gaat werken in 2019 op jaarbasis minimaal € 37.743 bruto verdienen. Daarbij is het wel belangrijk dat de ingekomen werknemer een specifieke deskundigehid bezit die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Die deskundigheid hangt samen met het salaris dat de ingekomen werknemer verdient, zo stelt de Belastingdienst.
Buitenlandse werknemers die jonger zijn dan 30 jaar en die in wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben gehaald (of een gelijkwaardige buitenlandse titel), hebben te maken met een lagere salarisnorm. De grens ligt in 2019 op € 28.690. Buitenlandse werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen en artsen in opleiding tot specialist hoeven niet te voldoen aan een salarisnorm.