Nabestaandenpensioen in de WTP
Gepubliceerd op 20-06-2023
WTP, gevolgen voor het Nabestaanden Pensioen
Een in het oog springende wijziging binnen het pensioenakkoord is de wijze waarop het nabestaandenpensioen wordt vormgegeven. Dit heeft gevolgen voor alle pensioenregelingen waarin een de werkgever een nabestaandenpensioen toezegt aan haar werknemers. In het nieuwe pensioenstelsel wordt het nabestaandenpensioen wordt eenvoudiger en duidelijker
Wat is een nabestaandenpensioen?
Het nabestaandenpensioen is een onderdeel van de pensioenregeling dat is onder te verdelen in een partnerpensioen en een wezenpensioen en wordt uitgekeerd wanneer de deelnemer overlijdt. Het gaat om deze dekking bij overlijden die wijzigt in het nieuwe pensioenstelsel. Zo bestaat de pensioenregeling niet alleen uit een ouderdomspensioen voor later, maar ook uit een verzekering bij overlijden. Het is echter niet verplicht om een nabestaandenpensioen toe te zeggen als onderdeel van de pensioenregeling. Dat is nu niet zo en dat is in de toekomst ook niet het geval. Tot zover geen nieuws dus.
Verandering voor de werkgever
In de Wet Toekomst Pensioenen wordt het nabestaandenpensioen minder complex en gestandaardiseerd. Je kan ook een hoger nabestaandenpensioen verzekeren. Wanneer je als werkgever al een nabestaandenpensioen hebt toegezegd, veranderen waarschijnlijk de premies. In hoeverre dit gevolgen heeft voor jouw premies, hangt er helemaal vanaf hoe je dit vorm geeft in de nieuwe pensioenregeling, onder het nieuwe pensioenstelsel. Uiteraard is NLPensioen je daarin van dienst en kan dit voor voorrekenen. Hieronder zetten we de veranderingen voor wat betreft het nabestaandenpensioen op een rij.
1. Eenvoudiger
Wanneer een werknemer overlijdt lopen de nabestaanden het risico dat er onvoldoende inkomen over blijft om bijvoorbeeld in de huidige woning te kunnen blijven wonen. Om dit risico te verkleinen zijn er voorstellen gedaan om in het nieuwe pensioenstelsel het nabestaandenpensioen eenvoudiger te maken. De meest in het oog springende wijziging is de hoogte van het nabestaandenpensioen. Deze wordt straks een vast percentage van het laatst verdiende salaris. Dit is natuurlijk veel overzichtelijker dan het huidige systeem waarbij er een percentage van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren van belang is. In het nieuwe pensioenstelsel wordt daarmee voorkomen dat een oudere werknemer een lager nabestaandenpensioen heeft verzekerd dan een jonge werknemer. In het nieuwe pensioenstelsel is het partnerpensioen maximaal 50% van het laatste salaris en wezenpensioen maximaal 20%. Daarbij geldt voor het wezenpensioen een vaste einddatum van 25 jaar. Nu is dat nog 18 of 21 of 27 jaar en dan is het vaak ook nog afhankelijk of het kind nog studeert.
2. Dienstjaren hebben geen effect meer op de hoogte van het nabestaandenpensioen
In het nieuwe pensioenstelsel is de hoogte van het nabestaandenpensioen niet meer afhankelijk van het aantal dienstjaren. In het huidige pensioenstelsel is er een hoger nabestaandenpensioen verzekerd als een deelnemer jonger is ten opzichte van zijn oudere collega, met een gelijk salaris. Dat is ingewikkeld en achterhaald. Iedere werknemer met een gelijk salaris, heeft in het nieuwe pensioenstelsel een gelijk nabestaandenpensioen.
3. Risicobasis verzekerd, in plaats van opbouwbasis
De manier van het verzekeren van het nabestaandenpensioen verandert voor voor werkgevers ook. Voorheen had je de keus om het nabestaandenpensioen te verzekeren op opbouwbasis of risicobasis. Overigens is bij iedere verzekerde pensioenregeling, dus niet opgebouwd bij een pensioenfonds, het nabestaandenpensioen reeds verzekerd op risicobasis. In het nieuwe pensioenstelsel geldt dat dus voor iedere pensioenregeling. Dit betekend dat bij ieder pensioenregeling er geen nabestaandendekking meer is na uitdiensttreding.
4. Geen dienstverband en tóch verzekerd
Hiervoor hebben we kunnen lezen dat er zonder dienstverband geen nabestaandenpensioen (meer) is verzekerd. Hierdoor kan het voorkomen dat nabestaanden onvoldoende verzekerd zijn wanneer de (oud) medewerker bij overlijden niet meer in dienst en ook nog niet met pensioen is. Om dit risico te verkleinen heeft de wetgever een aantal verplichtingen op laten nemen in het wetsvoorstel:
Een uitloopperiode van drie maanden. Dit betekend dat na uitdiensttreding de deelnemer nog drie maanden is verzekerd voor het nabestaandenpensioen. In deze periode heeft de werknemer de tijd om een nieuwe baan te vinden of zelf een verzekering te sluiten voor het risico bij overlijden. Deze uitloop periode geldt voor maximaal drie maanden en vervalt wanneer de werknemer een nieuwe baan heeft.
Een uitloopperiode, indien de werknemer wordt ontslagen en direct na het dienstverband in de WW (werkloosheidswet) terecht komt, voor de periode dat werknemer in de WW zit.
De werknemer kan er na ontslag ook voor kiezen om zelf het nabestaandenpensioen voort te zetten. Bijvoorbeeld in het geval van een sabbatical of wanneer de werknemer als ZZP’er gaat werken. Deze dekking gaat dan wel ten koste van het opgebouwde ouderdomspensioen.
5. Definitie 'Partner' duidelijker
Het partnerpensioen geldt straks voor iedereen die onder een vaste definitie ‘partner’ valt. Dit is de echtgenoot of echtgenote, de geregistreerde partner of de meerderjarige persoon waarmee een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd. Aan die laatste zijn nog wel verschillende voorwaarden verbonden. Dit is duidelijk een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, maar er valt hier nog wel aan duidelijkheid te winnen.
6. Wezenpensioen gestandaardiseerd
Ook het wezenpensioen, dat een standaard onderdeel is van het nabestaandenpensioen, zal veranderen. Standaard zal deze worden uitgekeerd tot de leeftijd van 25 jaar. Maximaal kan je voor het wezenpensioen 20% van het salaris verzekeren. Alleen in het geval dat verdubbeling van het wezenpensioen is verzekerd voor ‘volle wezen’ is het mogelijk om tot 40% van het salaris te verzekeren. In tegenstelling tot het partnerpensioen verbeterd het wezenpensioen aanzienlijk qua te verzekeren bedragen.
7. Reeds opgebouwd nabestaandenpensioen
Een partnerpensioen dat reeds is opgebouwd, blijft bestaan. Dat kan tot gevolg hebben dat een nabestaande, na het overlijden van de partner, een dubbel nabestaandenpensioen ontvangt.
8. ANW-hiaat nog steeds verzekerd
Straks is het nabestaandenpensioen een stuk eenvoudiger, omdat het een percentage van het salaris zal zijn. Momenteel wordt de ANW-hiaat verzekering nog wel gebruikt om een tekort aan nabestaandenpensioen op te vangen. Ondanks dat een tekort aan nabestaandenpensioen in het nieuwe pensioenstelsel minder snel zal voorkomen, is het nog wel mogelijk om een ANW-hiaat verzekering onderdeel te laten zijn van de pensioenregeling.
Maatwerk
In de periode tussen 2023 en 2028 moet iedere pensioenregeling aangepast worden op basis van de het nieuwe pensioenstelsel. Op 1 januari 2027 moet de pensioenregeling geïmplementeerd zijn. Dit lijkt nog ver weg, maar gebruik deze periode om samen met NLPensioen de gevolgen tijdig in kaart te brengen. Voor iedere werkgever en iedere pensioenregeling zijn de gevolgen anders. Het zal altijd sprake zijn van maatwerk.is de situatie anders en vraagt de wijziging om maatwerk.
Blijf aantrekkelijk als werkgever
Een pensioenregeling is en blijft een van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden voor een werknemer. Gebruik de wijzigingen van het pensioenstelsel om de pensioenregeling aan te bieden, zowel op het gebied van het nabestaandenpensioen als het ouderdomspensioen. Zo blijf je als werkgever aantrekkelijk voor je bestaande personeel en in de zoektocht naar (goed) personeel!